Tweede Wereldoorlog

De “adressen” van de knokploeg

Een schuilplaats voor een verzetsgroep vinden was niet eenvoudig. De noodzakelijke activiteiten waren overdag moeilijk te verbergen en ’s nachts riskant. Iedereen die in spertijd buiten liep, was verdacht. Daarom was het nuttig om een gezamenlijk onderkomen te hebben.

De eerste verblijfplaats ontstond bij toeval. Bij een vliegtuigscrash boven Hoorn had een piloot, Arthur Brown, zich met zijn parachute weten te redden. Hij was gaan zwerven en uiteindelijk terechtgekomen bij de boerderij van Thames Commandeur in De Hout, tegenwoordig de Pannenkoekenboerderij. Deze jonge weduwnaar met een groot gezin had meer onderduikers en daar kon Brown nog wel bij. De Ondergrondse werd ingeschakeld en uiteindelijk kreeg de knokploeg van Adrie Fluitman op 7 juli 1944 op de boerderij ook een onderkomen.

Als het onweerde konden met gedropte wapens schietoefeningen op de boerderijzolder worden gehouden.
Toen medio december Thames meldde: Jongens, de piepers benne op”, vertrokken de mannen naar de eendenkooi van Gerrit Kanis in Zwaagdijk. De dichte begroeiing en de goed zichtbare oprit garandeerden een moeilijk te benaderen gebied voor de tegenstanders. (PV)